Liefhebbers versus critici van restomods
In de Verenigde Staten zijn restomods al jaren populair. Met name klassieke ‘muscle cars’ zoals de Ford Mustang worden op deze manier omgebouwd. In tv-programma’s als ‘Pimp my Ride’ kwamen regelmatig Amerikaanse oldtimers voorbij, waarvan het design in ere werd hersteld en gecombineerd met een gloednieuwe V8 motor. Zoals we van Amerikanen beetje gewend zijn waren dit soort restomod-projecten vaak over de top, met alle toeters en bellen van dien.
In Europa heerst een andere mentaliteit als het gaat om klassiekers. Hier draait het veel meer om de historische waarde en originaliteit van oldtimers. Voor wie een oldtimer als belegging aanhoudt is het begrip ‘matching numbers’ bijvoorbeeld van groot belang. Het is daarom logisch dat er in Europa lange tijd veel terughoudendheid is geweest tegenover restomods.
Waarom wint de restomod ook hier nu aan populariteit?
Toch zien we nu ook in Europa en Nederland het fenomeen vaker voorbij komen. Er zijn genoeg autoliefhebbers die het karakter en de uitstraling van een oldtimer enorm kunnen waarderen. De uitdagende rijomstandigheden, beperkte prestaties, fragiele onderdelen en het bijbehorende onderhoud schrikt menig chauffeur echter af. Daarom zijn zij geïnteresseerd in een restomod.
Bovendien zijn er ook prachtige restomods te vinden met respect voor de historische waarde, maar zonder de bovengenoemde uitdagingen. In Europa zijn op dit moment vooral de Volvo P1800 en de Porsche 911 erg populaire restomods.
Restomods goed verzekeren
Het ombouwen van een klassieker naar een restomod kost veel tijd, kennis en vooral geld. De Porsche Singer 911 kost al snel zo’n €350.000 tot €400.000. Logischerwijs zijn dit soort restomods uiterst zeldzaam, waardoor de kans groot is dat dergelijke exemplaren redelijk waardevast zijn.
Ook voor restomods mag een goede sportwagenverzekering zodoende niet ontbreken! Zoals voor de meeste exclusieve sportwagens geldt, wordt ook een restomod verzekerd op basis van de taxatiewaarde.